Brandend verlangen
Een intiem boek
In mei 2019 besloot Wim Jansen, emeritus predikant in de PKN, gedurende een jaar een dagboek bij te houden over zijn spirituele leven, zijn dagelijks leven met God. Uit de titels in de zeer uitgebreide inhoudsopgave wordt al duidelijk dat dit allesomvattend en uiterst menselijk van aard is. God is voor Wim Jansen een andere naam voor aardse ervaringen met een mystiek karakter, een bron van inspiratie voor het alledaagse leven met alles wat daarin plaatsvindt.
Wim Jansen is een mens met een rijk gevoelsleven, iemand bij wie gebeurtenissen diep binnenkomen en veel losmaken. God heeft voor hem een diepe betekenis waar Wim Jansen niet zonder kan, god is voor hem in alles verweven met zijn menselijk bestaan. Wim gaat daar helemaal in op en heeft zo iets van een middeleeuwse mysticus die God de lof toebrengt maar hij is tegelijk ook bijzonder aards en zijn beeld en beleving van god zijn minder aan de christelijke traditie gebonden dan die van de mysticus.
De zin die mij in Brandend verlangen het meest trof is: “Maar ik denk dat God zich fysiek het meest manifesteert in de clitoris” (p. 30). Een opvallende zin, die zo uit z’n verband gehaald, al gauw verkeerd wordt begrepen en dat is ook wel begrijpelijk… Op meerdere plaatsen getuigt Wim Jansen openlijk van zijn goede liefdesleven met zijn vrouw die hij de Bijbelse naam Naomi – liefelijke – heeft gegeven. Ze hebben het fijn samen, dat komt regelmatig naar voren en ook als oudere man geniet Wim volop van de seksualiteit. Dat zegt hij openlijk in dit boek en hij beleeft – en belijdt mag je bijna wel zeggen – dit als iets goddelijks, vandaar dit citaat.
God is geheel met de mens verweven, zo zou je de spiritualiteit van Wim kunnen samenvatten, god is het ‘innerlijk universum’ van de mens. Wim is een romanticus want zijn boek Brandend verlangen is vol heimwee naar vroeger en verlangen naar wat er zal komen. Daar tussenin geniet hij in alle kwetsbaarheid – hij krijgt met kanker te maken – van het gewone leven met diepe emotionele teugen. Hij ervaart “… een minieme aanwezigheid van iets wat je misschien God zou kunnen noemen. Een spoortje licht” (p. 60). God is voor Wim Jansen een poëtisch woord dat naar verrijkende ervaringen in ons menselijk bestaan verwijst.
Hoe gering en onzeker dat ook klinkt, Wim voelt zich er wel hartstochtelijk mee verbonden en hij zou het niet graag missen want deze manifestatie van god is voor hem wezenlijk. Deze God is niet de ‘gans Andere’, ons ‘tegenover’ zoals theoloog Karl Barth het uitdrukte. Het is een ‘kleine’ god met menselijke trekken, de god die zich in zijn schepping aan ons manifesteert en nog inniger wordt in ons gevoelsleven van liefde en ontvankelijkheid voor het goede leven.
Brandend verlangen is een bijzonder boek dat gelijkgezinden als Wim zeer zal aanspreken, vermoed ik. Mensen die niet zoveel hebben met een transcendente god maar god vooral zoeken ín ons menselijk bestaan. Mensen die wat nuchterder en rationeler zijn ingesteld óf orthodoxer geloven, zullen zich niet in dit boek herkennen. De laatsten kunnen er misschien maar beter niet aan beginnen want het zou hun dogmatisch omlijnde geloof alleen maar shockeren…
Ook wanneer je het zelf ánders beleeft, kun je wel onder de indruk zijn van het rijke gevoelsleven van deze mens die je in dat opzicht begenadigd mag noemen. Soms vraag je je tijdens het lezen af: beste Wim je hoéft dit niet allemaal met ons te delen.
Wim Jansen werkte in de vrijzinnige gemeenten van Delft en Middelburg. Hij schrijft columns en essays voor Volzin en NieuwWij. Het boek eindigt met een uitgebreid interview met Marga Haas waarin zijn levensloop en visie nog eens ter sprake komt.
Recensent: Evert van der Veen