het boek hermus cover_groot

Recensie : Het boek hermus

het boek hermus cover_grootHet Boek Hermus : de code van Judas Iskarioth / Adriaan Noordergraaf.

Mirjam Hermus, studente theologie in Groningen, raakt verstrikt in het turbulente studentenleven van drank en drugs. Berooid wil ze terug naar het ouderlijk huis. Als ze tijdens een onweer even pauzeert, vlak bij een kerk, wordt ze per ongeluk gefotografeerd doch op de foto is ze niet te zien. Ze blijkt geteleporteerd te zijn naar het jaar 30 n.chr. in de buurt van Jericho. In een tijdspanne van amper vijf dagen leert ze de meest prominente bijbelfiguren kennen uit die periode, doch in een rol die voor haar onbekend was, lees: totaal controversieel, maar plausibel. Judas, voluit Iskarioth (vandaar de ondertitel), Maria Magdalena, de blinde Bartimeüs, als leden van een bende revolutionairen, onder leiding van (zou een spoiler zijn). De opstand tegen Rome wordt minutieus gepland, doch welke taak is Mirjam toebedeeld? Wie is de stem? Wat is haar missie? In haar thuisland is de religieuze hysterie losgebarsten en gebeuren wonderbaarlijke genezingen.
Na vijf dagen is Mirjam terug in het heden doch niet zonder problemen. Een ‘religieuze’ pageturner in een choquerende, maar ‘mogelijke’ context. Een religieuze thriller die tegen heilige huisjes zal beuken, maar anderen zal doen nadenken. Controversieel doch boeiend. Wordt vervolgd.

Recensent: Marc De Pril

Recensie : In het licht van de schaduw – Minny Potze

“Miny Potze levert met haar boek een waardevolle bijdrage aan een nieuw, inspirerend beeld van de ouderdom. Ze laat zien wat oud worden aantrekkelijk maakt, en biedt daarmee een alternatief voor de dominante verhalen die in onze cultuur over de ouderdom verteld worden. Aan het eind van haar ontdekkingstocht schrijft ze hoe ze samen met vriendinnen al haar diploma’s gaat verbranden. ‘Ik heb geen diploma’s meer nodig, ik hoef mezelf niet meer te bewijzen en dat voelt rustig. Boven de zeventig ben Je blijkbaar nog lang niet klaar met leven. ‘Ik vind mijn leven nog verre van voltooid’, ‘Iedere dag doen zich weer momenten voor waaruit ontwikkelpunten naar voren komen

Ingezonden Brief Peter Siebesma

Een paar weken geleden kwam ‘de vrouw op de kansel’ weer eens in het nieuws. Het betrof toen de vrijgemaakte kerken. Ik verbaasde me erover, dat de Protestantse Kerk Nederland zich er niet openlijk over uitsprak. Over het vraagstuk ‘homo’s aan het avondmaal in de christelijke gereformeerde kerken’ liet de PKN zich evenmin uit.
De meeste kerkleden in Nederland zijn het er over eens dat de Bijbel geen receptenboek is voor ethische en maatschappelijke vraagstukken. Men is kritischer geworden en weet dat de Bijbel geschreven is voor en door mensen, hoe de kerkelijke leer in veel opzichten resultaat is van politieke intriges of ooit werd afgedwongen met het mes op de keel. Niks goddelijke inspiratie.
Maar wanneer er weer een artikel in de krant verschijnt waarin een kerk zich op Gods onfeilbaar woord beroept, doet de PKN er het zwijgen toe. En dan nu eindelijk een oproep van enkele ¬leden en oud-leden van het PKN-bestuur: PKN, zeg er wat van! Laat je eindelijk eens horen! Reactie van de PKN: ‘Het is een hele principiële kwestie. Voor deze discussie bewandelen we de kerkelijke weg en die loopt niet via petities en manifesten.’
De PKN houdt het dus gewoon weer binnenskamers. Hierdoor wordt de wereld buiten de kerk gesterkt in haar standpunt dat die hele kerkelijke santenkraam zich blindelings op oude teksten beroept en zo homo’s en vrouwen discrimineert. Zie je wel, zo denkt en doet de kerk.
Welke lieve vrede moet er bewaard worden?
De PKN draagt haar visie slechts uit in wollige, verhullende taal. Daarmee schaadt de kerk haar eigen beeldvorming. Of is ‘verdraagzaamheid naar elkaar als kerken’ het sleutelwoord? En houd je dan maar je mond voor de lieve vrede?
Vrede? Daar heeft het weren van homo’s aan het avondmaal en vrouwen op de kansel weinig mee te maken. De meeste kerken in Nederland zullen dit van harte beamen. Het wordt alleen tijd dat ze het in het openbaar durven zeggen. Wat zeg ik, van de daken schreeuwen: de Bijbel is geen receptenboek, voor geen enkel standpunt.
De PKN roept in haar zwijgen het faillissement over zichzelf uit. Ik ben bang dat het zo binnen de kerken steeds stiller gaat worden…

 

Wuwei en Tao lezing

 

In oktober 2019 voltooiden George en ik onze Tao Te Tjing voor kinderen en verscheen ons Boek (Tjing) over Vrede (Tao) en Vreugde (Te).
De kern van dit boek zijn de 81 Tao Te Tjing teksten, verteld voor kinderen, plus de 81 bijbehorende foto’s van George.
U kunt het boek (€ 19,95) hier bestellen

 

De lezing is interactief. We maken samen een reis door het bijzondere Taoïstische landschap aan de hand van uitspraken, boeken, vragen, foto’s en teksten.
Tao, exotische vrucht of kinderspel?

Er is veel te vertellen over de Tao Te Tjing, dit boek, het begrip Tao en het Taoïsme. East meets west. Er zijn overlappingen én verschillen. De geschiedenis is interessant, de filosofie, zoals het non-dualisme en de ‘wu wei’ benadering, die zeker geen ‘laissez faire’ is, de paradoxen, het sociale element, de meditatieve kant en de essentie van het boek: vrede en vreugde.

Wuwei
Niet doen.
Niet ingrijpen, niet forceren.
De natuur de natuur laten.
Zijn met de natuur.
Zijn.
Niet vergaren.
Je niet opdringen, geen geweld gebruiken.
Wei wu wei.
Handelen door niet te handelen.

Als je niets verstoort, blijft alles in orde.
Tekst 3

Leven zonder vooropgezette bedoeling.
Spelen als een kind. Spontaan. Zomaar.
Al dolend, zwervend.

De wereld is een heilig schip op een heilige koers.
Je kunt het niet verbeteren.
Als je het probeert te veranderen, richt je het te gronde.
Als je het probeert vast te houden, verlies je het.
Tekst 29, versie voor kinderen.

Dit Wuwei begrip raakt de pacifistische benadering van het Taoïsme. Tegelijk is hier ook kritiek op het Taoïsme mogelijk. Het zou een passieve grondhouding zijn. Je hoeft niets te doen aan bijvoorbeeld klimaatverandering, want de natuur doet toch wel zijn werk. Zo zie ik het niet. Verbonden met de natuur is bepaald niet het slopen van de natuur, maar geweld is geen antwoord. De Tao Te Tjing kun je ook radicaal activistisch noemen, zie de teksten 77 (kinderversie)en 81 achterin het boek. Nee, dat is geen wuwei.

Vriendelijke groet,
Roeland Schweitzer.

 

de draag vliegt hoog aan de hemel cover_klein

Recensie : De draak vliegt hoog aan de hemel

 

De draak vliegt hoog aan de hemel : de I Tjing voor onderweg / Advait van Hulzen

De I Tjing, ofwel het ‘Boek der Veranderingen’ is een klassieke tekst uit het oude China. Ook vandaag nog wordt het boek veelvuldig gebruikt als orakelboek of boek met wijsheden. Je kunt vragen stellen aan de I Tjing en het antwoord komt naar je toe in de vorm van een Oordeel en een Beeld. Het gebruik van de I Tjing is vrij eenvoudig, maar de duiding van het antwoord, de symboliek van de eeuwenoude beelden en de betekenis van de veranderende lijnen, daarvoor is wel wat verdieping nodig. Van Hulzen noemt zijn werk ‘I Tjing voor onderweg’, met korte duidingen en veel ruimte voor eigen reflectie. Daar onderscheidt deze versie zich van andere vertalingen, de oerbeelden zijn een interessante toevoeging. Voor beginnende I Tjing gebruikers is deze versie minder geschikt, omdat de uitleg over hoe te gebruiken wat summier is.

Recensent: Drs. C.G.M. van Gorp

Lezing : Carl Gustav Jung

Het is 5 januari 1922. Carl Gustav Jung heeft een gesprek met zijn ziel. Het gaat over roeping, over het grootse werk dat gedaan moet worden, over de taak die uitgevoerd moet worden. En wat was die roeping? Een nieuwe religie die zich uit in de transformatie van de menselijke betrekkingen.

Een eeuw later kunnen we ons afvragen wat Jungs uitdaging heeft opgeleverd. Jung heeft ons de kunst geschonken om open te staan voor de magie van het leven zelf. Hij wees ons een pad voor zelfontwikkeling dat ons volledige potentieel stimuleert: creatief, spiritueel en intellectueel.

Jungs ziel kwam tijdens het gesprek wel met een wezenlijke aanwijzing. Het gaat niet alleen om kennis, het moet ook geleefd worden. Geleefde religiositeit, in de taal van het symbool en de mythe, die de nieuwe ordening van de menselijke verhoudingen tevoorschijn roept.

‘Toen ik met het werk van Jung in aanraking kwam,’ vertelt Rinus, ‘herkende ik me in Jungs worsteling met religie, kerk, christendom, Job, God, het kwaad en de zin van het menselijk leven en lijden. Na diverse pogingen om Jung rationeel te doorgronden, besloot ik om me volledig aan de communicatie en de journalistiek te wijden.’

‘Na een Nabij-de-doodervaring kwam alles in mijn leven op de kop te staan en kreeg ik inzicht in wat Jung als zijn taak zag. Ik besloot af te studeren op Job en de vraag naar de zin van het leven. Dertig jaar later stond ik voor de uitdaging om het Rode Boek in het Nederlands uit te geven. Ik pakte de uitdaging op. En gaf daarmee vorm aan mijn roeping.’

Hier een link naar de site van de Jungacademie:
https://www.jungacademie.nl/Wor…/Lezingen/Atmavictu-lezingen.
Hier ook een link naar zijn persoonlijke agenda: https://rinusvanwarven.eu/agenda/

De Reis : Lene Henningsen

In 2018 vierde de Maçonnieke Louisa Stichting haar 150-jarig bestaan. Al geruime tijd beschikte het bestuur van de Louisa Stichting over de vertaling van het boek Vandringen van Lene Henningsen. Henningsen is als secretaris van de Grootmeester in Denemarken vertrouwd en onder de indruk geraakt van het Maçonnieke gedachtengoed en heeft daar een kinderboek over geschreven.

Lene Henningsen (1967) schrijft proza, poëzie en toneelstukken. Ze voltooide in 1993 de Schrijversschool in Kopenhagen. Verder heeft ze piano gestudeerd en ook kunstgeschiedenis, filosofie en literatuurwetenschap. Ze werkt ook als vertaalster.

Lene Henningsen heeft tien jaar bij de Vrijmetselaarsloge in Kopenhagen gewerkt. Daar heeft ze kennisgemaakt met de geschiedenis en het gedachtegoed van de Vrijmetselaars, die haar inspireerden tot het schrijven van dit jeugdboek.

In het voorwoord zegt de schrijfster: ‘het verhaal van de vrijmetselaren draait – zoals alle goede verhalen – om een aantal belangrijke vragen: Wat is een mens? Wie ben ik zelf, en wat kan ik worden? Hoe kan ik, van af waar ik nu sta, een betere plek van de wereld maken?’

Het jeugdboek dat ze schreef na haar werk bij de Vrijmetselaarsloge in Kopenhagen bestaat uit 24 hoofdstukken, refererend aan de 24 adventsdagen. De hoofdstukken spelen zich afwisselend af in Denemarken (2008) en in een van de volgende zes landen: Egypte (1096 v. Chr.), Judea (960 v. Chr.), Frankrijk (1172), Oostenrijk (1791), Nederland (1943), Schotland (1985).

Het zwaartepunt ligt bij Denemarken. De dertienjarige Martin heeft geen zin om met zijn ouders op vakantie te gaan, maar hij kan niet alleen thuis blijven. De oplossing komt van zijn neef Rolf. Deze 25-jarige beeldhouwer en reiziger wil een voettocht door Jutland maken van zuid naar noord, en Martin mag met hem mee. En zo lopen de jongens samen van Fredericia naar Skagen, van jeugdherberg naar jeugdherberg en onderweg leren ze elkaar en zichzelf beter kennen. Rolf is een aparte jongen met een open blik, en hij laat Martin de wereld door zijn ogen beleven. De simpele levenslessen zijn zeer aan hem besteed. En ook de stukjes geschiedenis die Rolf hem leert

Martin is verliefd op Mille, met wie hij smst en chat als hij in een internetcafé is.

De andere verhalen gaan direct en indirect ook over de zin van het bestaan, over waar een mens vandaan komt en wat dat betekent voor zijn leven. De hoofdpersonen uit deze andere verhalen zijn ook kinderen, jonge tieners, die van een ouder iemand, een vader of leraar, dingen leren over het bestaan.

Het verhaal dat zich in Nederland afspeelt gaat over twee kinderen, Piet en Marchen, die moeten verhuizen omdat hun vader in het verzet zit. Ze leren wat het is om een geheim te hebben. Het is kerst en ze krijgen cadeaus, maar net als ze die willen uitpakken, horen ze schoten op straat. Ze zullen de volgende dag pas weten wat er gebeurd is, en pakken hun cadeaus uit, de mooiste die ze ooit hebben gekregen.

In het oude Egypte dient de geleerde Achnon de zonen van de farao ‘De geheimen van het universum’ bij te brengen.
In Judea bouwt de vader van Miriam aan de tempel van koning Salomon, terwijl Miriam haar eigen wereld schept.

In Frankrijk leert de jonge Pierre hoe een kathedraal gebouwd wordt en hij een meester in zijn vak kan worden.

In Oostenrijk volgt een jonge student de repetities van Mozart die De toverfluit instudeert met zijn orkest, en ze worden muzikale vrienden voor het leven.

In Schotland wil Bonna een tentoonstelling maken over de oude Kelten en hun wonderlijke wereld vol tekens en symbolen, en de nazaten van de Kelten volgen haar inspanningen op de voet.

Het verhaal is geschikt voor nieuwsgierige, zoekende en filosofisch ingestelde jongeren vanaf twaalf jaar. Het boek is ook geschikt om voor te lezen, zowel in de adventsperiode als op een ander moment in het jaar. De korte hoofdstukken en vele illustraties zorgen ervoor dat het ondanks het thema een ‘licht’ boek is.
In het verhaal zijn verschillende vrijmetselaarsthema’s en – symbolen verwerkt, die de ondertoon vormen en die bepalend zijn geweest voor de keuze van de historische plekken. Vrijmetselaars zullen deze directe en indirecte verwijzingen herkennen – en dit verhaal ook kunnen gebruiken om hun kinderen en kleinkinderen in te wijden in het gedachtegoed van de Vrijmetselarij. Maar het verhaal kan ook uitstekend gelezen en gewaardeerd worden zonder deze voorkennis

Verzendkosten

Voor bestellingen vanaf € 20,– berekenen wij binnen Nederland geen verzendkosten.

Voor bestellingen tot € 20,– berekenen wij binnen Nederland € 2,50 aan verzendkosten.

In verband met negatieve ervaringen met zendingen naar het buitenland hebben we besloten alleen de bestellingen naar Duitsland en België in behandeling te nemen.

De verzendkosten naar deze landen wordt op de factuur vermeld.

het rode boek thumb

Recensie : Het Rode Boek : door Lambert de Kwant

Het Rode Boek: een indrukwekkend hoofdstuk uit het leven van Jung

Tekst: Lambèrt de Kwant

Carl Gustav Jung heeft zijn complete innerlijke reis vastgelegd in het Rode Boek, dat was geschreven in een kalligrafisch schrift en geïllustreerd met talloze tekeningen van wat hij ervoer. Dit Rode Boek, inclusief de ‘zeven preken tot de doden’, werd in 2009 uitgegeven als facsimile van het origineel.
Het is de verdienste van uitgever Van Warven het in het Nederlandse taalgebied uit te geven
Er bestaan maar weinig ongepubliceerde werken die nu al zo’n verrijkende invloed hebben gehad op de sociale en intellectuele geschiedenis van de twintigste eeuw als dit Rode Boek of het Liber Novus. Het boek, dat door Jung zelf werd beschouwd als de kern van zijn latere werk, wordt al langer erkend als de sleutel om het ontstaan van dat latere werk te kunnen begrijpen. Maar afgezien van een paar aanlokkelijke vluchtige kijkjes bleef de tekst ontoegankelijk voor studie.

Het Liber Novus van C.G. Jung lag tientallen jaren in een Zürichse bankkluis. Het is de vraag of Jung het ooit bedoeld heeft voor publicatie. Maar toen het in 2009 verscheen werd het meteen ‘de graal van het onbewuste’ genoemd. Het boek werd snel bekend als Het Rode Boek: de kleur van de leren omslag van het oorspronkelijke Liber Novus. Het is het verslag dat Jung van zijn crisis van 1913-1916 maakte. Jung beschrijft hoe hij zich overgeeft aan een diepgaand innerlijk proces, waarbij hij uiteindelijk zijn eigen ziel ‘hervindt’. En hoe hij werd ingewijd in de geheimen van de menselijke psyche. Alle dromen, ervaringen en inzichten noteerde hij nauwgezet. Zijn aantekeningen werden een procesverslag dat uiteindelijk resulteerde in het Rode Boek.

Confrontatie met het onbewuste.

In 2000, bijna veertig jaar na Jungs dood, gaven zijn erven toestemming tot publicatie van deze omvangrijke persoonlijke notities uit de jaren 1913-1916, de weerslag van zijn eigen confrontatie met het onbewuste. Door middel van ‘actieve imaginatie’ probeert Jung (1875-1961) zijn innerlijke processen te doorgronden. Het resultaat is het verslag van zijn eigen individuatieproces aan de hand van dromen, visioenen en fantasieën en psychologische beschouwingen daarover. Jung noemde het zelf de kern van zijn latere werk, maar het persoonlijke en onvoldoende wetenschappelijke karakter ervan deden hem zijn leven lang aarzelen het te publiceren. Tien jaar na de publicatie in het Duits verschijnt nu de Nederlandse vertaling. Een prestatie van ongekend belang van deze nog vrij jonge uitgeverij die al eerdere opvallende boeken op haar naam heeft staan.
Het overigens nu witte boek, fraai uitgegeven met een rood vlakje in het midden, bevat diverse inleidingen (in totaal honderd pagina’s) die het boek cultuurhistorisch situeren en verbinden met Jungs leven en werk en het geheel wordt nog eens ondersteund door een notenapparaat van maar liefst honderdvijftig pagina’s. Een boek dat als een belangrijk historisch document beschouwd mag worden voor wie zich verder in Jungs leer wil verdiepen. Een must voor degenen die al eerder geïnspireerd werden door het gedachtegoed van Jung.
Een dikke pil, dat wel, haast 600 pagina’s, maar om een cliché te gebruiken, dan heb je ook wat!

Al eerder schreef Jung ‘De jaren waarin ik bezig was met mijn innerlijke beelden waren de belangrijksten van mijn leven; in die periode werden alle wezenlijke dingen besloten…(1)
Vanaf die tijd mocht ik niet langer alleen mezelf toebehoren. Vanaf die tijd behoorde mijn leven de gemeenschap toe. De inzichten waar het mij om ging, of waar ik naar zocht, waren in de wetenschap van die tijd nog niet te vinden. Ikzelf moest de oerervaring beleven en bovendien proberen de resultaten van mijn ervaring te planten in de aarde van de realiteit.(…) Vanaf dat moment stelde ik mezelf ten dienste van de psyche. Ik was er dol op en haatte het, maar het was mijn grootste rijkdom. Mezelf eraan overgeven (…) was de enige manier waarop ik het leven kon verdragen en zoveel mogelijk als totaliteit kon beleven.(…)
Het heeft me praktisch vijfenveertig jaar gekost om dingen die ik toen ervoer en opschreef te gieten in het vat van mijn wetenschappelijke werk.(…) Dat was de oerstof die me dwong om ermee aan de slag te gaan.( …) Het was prima materia voor mijn levenswerk. {1}

In het Rode Boek schrijft Jung onder meer: ‘Die nacht drong het bestaan van de dood tot me door.(…)
Ik betrad de innerlijke dood en zag dat uiteindelijk sterven beter is dan de innerlijke dood. En ik besloot van buiten te sterven en van binnen te leven.(…) Ik wendde me af en zocht de plaats van het innerlijk leven!’.

Het Rode Boek is een indrukwekkend hoofdstuk uit het leven van Jung. Het vermaarde boek met een roodleren band, dat Jung aanvankelijk Liber Novus (Nieuw boek) noemde. Het geeft een proces weer dat qua energie oorspronkelijk en qua reis labyrintisch was en dat de oorsprong van zijn psychologie werd ‘- ‘het spirituele begin dat alles bevatte’, schreef hij in 1957, vier jaar voor zijn dood. Cay Baynes een voormalige patiënt die voor Jung de tekst transcribeerde, noemde het een verslag van de door-gang van het universum door de menselijke ziel’.
Treffend verwoord! Het boek doet immers verslag van de zoektocht, ervaringen en aanvankelijke bevindingen van een men die op zijn veertigste naar eigen zeggen eer, macht, rijkdom, kennis en elk menselijk Geluk verworven had’, maar op de een of andere manier tegelijk zijn ziel was kwijtgeraakt. ‘Meine Seele, meine Seele, wo bist du?’ Mijn ziel, mijn ziel, waar ben je?’ schreef Jung in de Zwarte boek-reeks die voorafging en werd uitgewerkt in het Rode Boek. Een zin die me al jaren is bijgebleven en ook mijn vraag was en is.

En elders zegt hij: Vele jaren heb ik rondgedoold, zó lang dat ik vergat dat ik over een ziel beschik. Waar was jij al die tijd?’
Het is als recensent onmogelijk dit omvangrijke boek recht te doen. En met het citeren van stuk voor stuk boeiende teksten, plaats je die wellicht niet in de context.
Volgens sommigen maakte Jung een diepe persoonlijk crisis door; hij begon aan een nieuw hoofdstuk in zijn leven, wat leidde tot een intellectuele revolutie. Hij begon het Rode Boek te schrijven in 1914, net voor het begin van de Eerste Wereldoorlog toen hij als arts en psychiater in Zwitserland werkzaam was. Hij toonde zich diep teleurgesteld in de mensheid en heel sceptisch over de rationele en materialistische wetenschap van zijn tijd.
Het Rode Boek, een nogal duister werk, waarin je blijft lezen en blijft bladeren, en dat fascineert omdat ons hier wel een heel intiem kijkje gegund wordt in de geest van één van de grote geleerden van de twintigste eeuw en één van de grondleggers van de hedendaagse psychologie. Het boek fascineert en raakt, omdat je (net als ik) merkt dat het boek niet nalaat wat met jezelf te doen, met je eigen psyche.
Her Rode Boek is geen nachtkastjeslectuur, maar regelmatig een hoofdstuk lezen is eigenlijk een must om Jung enigszins te begrijpen.
De aanvankelijke Engelse tekst heb ik niet gelezen en ik begreep dat dit beter zou zijn, maar deze Nederlandse vertaling mag er ondanks enkele tekortkomingen, zoals wet taal- en spelfouten, wel degelijk zijn.
Veel waardering voor uitgever Van Warven die het aandurfde dit omvangrijke levenswerk in deze vertaling uit te brengen.

(1) Copyright © Stiftung der Werke C.G. Jung, Copyright © Robert Hinshshaw}

5 sterren

zeg me, wei ben je amagda van der ende

Recensie : Zeg me wie ben je. door Elise de Waal

Kabbala leert gelijkwaardigheid

‘De vrouw van’, zo zijn de meeste vrouwen in de Bijbel bekend. Maar wie waren zij naast echtgenote en moeder? En hoe kun je hen plaatsen op de levensboom van de kabbala, de mystieke joodse traditie die mensen wil helpen inzicht te krijgen in hoe alles in het leven en universum in elkaar zit en met elkaar verbonden is?

Deze vragen zijn Magda van der Ende, spreker, docent en auteur van het boek Zeg me, wie ben je…, niet onbekend.

Op bevlogen wijze beschrijft zij de rol van tien Hebreeuwse vrouwen: Sara, Rachel, Debora, Rebekka, Tamar, Miriam, Ruth, Lea, Esther en Abigail. Zij verbeelden elk een wezenlijke kwaliteit van de levensboom: kwaliteiten die mensen ook in hun eigen psyche kunnen vinden en de andere rollen van vrouwen laten zien. “Veelal maken zij immers ingrijpende keuzes over voortgang en behoud van tradities”, aldus Van der Ende, “en het beschrijven en benadrukken van hun rol kan ook mannen bevrijden van opgelegde rolpatronen.’’ Het gaat volgens haar om meer gelijkwaardigheid. Daarvoor zijn veranderingsprocessen nodig, waar de kabbalistische traditie bij kan helpen.

In haar boek geeft de auteur een inleiding tot de kabbala en de kwaliteiten van de levensboom.

Voor haar onderzoek verdiepte zij zich intensief in onder andere joodse en buiten Bijbelse bronnen. Het resultaat is een boek met ruime aandacht voor de geschiedenis en met inzichten voor onze huidige samenleving. “Ik realiseer me dat de vraag naar de rol van vrouwen nu gesteld kán worden”, aldus Van der Ende. “Daar aandacht aan besteden en blijven besteden brengt de vrijheid voor ieder mens om zelf te kiezen hoe je leven te leven een stukje dichterbij.”

Recensent: Elise de Waal