Dialoog Leven met de Stem
Jan Hage improviseert op de herkenningsvreugde van het horen van de Stem, die opnieuw zoekt en vindt.
Jan Hage improviseert op de herkenningsvreugde van het horen van de Stem, die opnieuw zoekt en vindt.
De cd ‘Dialoog – Leven met de Stem’ is een persoonlijke reflectie van Jan Hage naar aanleiding van een onlangs verschenen boek met dezelfde titel. Het boek is geschreven door predikanten Bart Gijsbertsen (1951) en Jan Willem Kirpestein (1959). Terzijde: Kirpestein zat naast zijn studie theologie en letteren ook nog anderhalf jaar op het Utrechts Conservatorium.
Muziek bij een boek – maar het boek is niet ter recensie opgestuurd naar de redactie van ORGELNIEUWS. Gelukkig is er dan een cd-boekje. Daarin staat dat auteurs elkaar leerden kennen na een kerkdienst, een van hen had gepreekt, de ander had geluisterd.
‘‘Er werden nog wat woorden uitgewisseld over de preek. ‘Zien en zien is twee, of drie’. Je kunt simpel ‘kijken’; je kunt ‘onderzoekend en theoretiserend kijken’ en je kunt ook ‘een gewaarwording hebben van iets dat zich aan het blote oog onttrekt’.’’ […] ‘‘Vele jaren verder kijken ze nu terug. Achter hun gezamenlijke dialogen en avonturen onderkennen ze nog een ander verhaal; het allesbepalende verhaal van ieder persoonlijk. Dat is het verhaal dat niet zo gauw verteld wordt. Dat is het verhaal over een innerlijke dialoog: Leven met de Stem. Toch beseften beiden dat juist ook dit verhaal gehoord wil worden, over ‘dat wat zich aan het blote oog onttrekt’.’’
De Stem, met een hoofdletter. Ik vermoed dat de theologen daarmee God bedoelen, de ongeziene, onnoembare. De eeuwige, de roepende, de zoekende, de sprekende. Opvallend en veelzeggend (en verduidelijkend) is de titel van de vijfde track op de cd: ‘De Stem is mijn herder’. God (ik noem hem maar zo) spreekt tegen ieder mens verschillend en de geest blaast waarheen hij wil. Iedereen die de Stem hoort, reageert daar weer anders op. Zoiets zullen Kirpestein en Gijsbertsen bedoelen.
Op deze cd horen we hoe Jan Hage, organist van de Domkerk in Utrecht op ‘de Stem’ reageert, niet met gesproken teksten, maar met de stem van het orgel. Hij doet dat indrukwekkend en in zijn eigen muzikale taal. Wie hem wel eens heeft horen improviseren – liefst op de Bätz in zijn eigen Domkerk – weet wat ik bedoel. Grillig en toch vormvast. Impulsen volgend maar toch het doel voor ogen houden. Vrij en creatief gebruik van het thema, maar het thema is nooit ver weg – maar dat merk je pas als je de cd een paar keer intensief hebt beluisterd. Moderne klanken – maar soms verassend tonaal. Veel beweging en virtuoos spel, invloeden van minimal-technieken, grote kennis en beheersing van het orgel. Meer Haarlem dan Staphorst.
En Hage is erudiet. Want vergis ik me nou, of hoor ik soms een (klein) fragment Reubke 94 en een flard Duruflé? Het cd-boekje vermeldt de namen van twee registranten, Jan Willem ’t Hart en Klaus Markus. Daaruit kun je opmaken dat Jan Hage goed van te voren heeft nagedacht over de liedteksten en het verloop van de improvisaties.
Hage houdt van het orgel, vertelde hij onlangs in een filmpje dat werd opgenomen naar aanleiding van de Volkskrant-orgelverkiezing.
De cd heeft zes tracks met elk een verschillend thema – een psalm of een gezang die gaat over de begrippen woord, stem, spreken. De liedteksten staan in het boekje, zoals ‘Ik wil van God als van mijn Herder spreken’ (met een vleugje Bastiaans) of ‘Hij die gesproken heeft een woord dat gáát’.
De cd duurt nog geen vijftig minuten en dat is precies genoeg om in een keer te beluisteren. Er moet niks bij. Jan Hage vertelt een prachtig en persoonlijk verhaal en hij bezorgt je herhaaldelijk kippenvel. Bijvoorbeeld in deel 2 dat als titel heeft ,,Zoeken en vragen: ‘Mens waar ben je’ – psalm 42’’. Het orgel klinkt lange tijd amechtig vanwege de toonherhalingen (hartstochtelijk zoeken en vragen). Dan een korte stilte – waarin de organist een hoge mixtuur bijtrekt – en vervolgens een paar stralende en strakke akkoorden als eurekamoment.
De prachtige cornet soleert in deel 1 (over Psalm 1), in deel 3 een welluidende aria over de melodie ‘Waarom moest ik uw Stem verstaan?’ met een zacht tongwerk. Hage heeft gelijk in dat filmpje. Wat een orgel.
Goed beschouwd en beluisterd bestaat deze cd echter uit één improvisatie. Dat blijkt pas aan het eind van de cd, als het begin van deel 1 als vanzelf weer terugkomt: zacht geruis van zeer hoge tonen. Zo liet de Stem zich horen aan de profeet Elia, in het geruis van de wind, vriendelijk en veilig.
Dialoog – Leven met de Stem
Jan Hage vertaalt al improviserend zijn verhaal met de Stem op het orgel van de Domkerk
Stem van den Beginne – psalm 1; Zoeken en vragen: ‘Mens waar ben je’ – psalm 42; ‘Waarom moest ik Uw Stem verstaan’ – liedboek 941; ‘Victimae paschali laudes’ – liedboek 615 – psalm 22; De Stem is mijn herder – psalm 23; Leven met de Stem – psalm 119 – liedboek 362.
Dag na dag zocht Rumi naar Shams, maar hij kon hem niet vinden. Hij was uitgeput en wanhopig en stortte in elkaar, hij kon zichzelf niet kalmeren omdat hij zijn Goddelijke vriend niet kon vinden.
Een markante familiegeschiedenis in oorlogstijd
Auteur Ton Roumen (1955) komt uit een traditioneel rooms katholiek gezin waarvan twee kinderen priester worden en er twee het klooster ingaan. Dit gaf hen het nodige aanzien in hun sociale omgeving.
Het boek gaat met name over allerlei gebeurtenissen van gezins- en familieleden in oorlogstijd. De titel roept de verwachting op dat de vader van Ton Roumen centraal staat in dit boek en de ondertitel suggereert een persoonlijk proces waarin hij de ware vrijheid heeft gevonden. Roumen zegt daarover: “Ik ben opgegroeid met het beeld van een verschrikkelijke oorlog en zag tegelijkertijd dat mijn vader hartelijke contacten onderhield met zijn Duitse vrienden. Ik merkte dat contrasterende ervaringen naast elkaar kunnen staan. Tot die conclusie was mijn vader al eerder gekomen”, pagina 17.
Het gezin Roumen woont in Roermond dat in de laatste fase van de oorlog zwaar heeft te lijden wanneer de Duitsers zich terugtrekken en de geallieerden het gebied gaan bevrijden. Ook het huis van Roumen raakt zwaar beschadigd. De vader van Ton heeft symptomen die we vandaag PTSS zouden noemen en had moeite om na de oorlog zijn weg te vinden en zijn geestelijk evenwicht te bewaren. Hij sterft op 57-jarige leeftijd.
Het boek gaat niet zozeer over de vader van Ton maar bevat vooral verhalen over leden uit het gezin en de familie. Het boek geeft een goede impressie van de wijze waarop mensen de oorlog overleven in de schuilkelder. Hier wordt zelfs de mis opgedragen. De oorlog versterkt de spiritualiteit maar na de oorlog vervaagt deze geleidelijk in het proces van secularisatie. De evacuatie van Roermond is een ingrijpende gebeurtenis die midden in de winter plaats vindt.
Een ontroerend moment in het boek is het verhaal over Oom Jo die op de Maasbrug de Duitse controle moet passeren. Er ontstaat een persoonlijk getint gesprek met de Duitse soldaat waarbij beiden op een gegeven moment ontroerd raken. Jo mag doorrijden met zijn vlees hoewel dit eigenlijk verboden is.
Aan het slot van het boek komt de auteur dichter bij de titel van het boek en gaat hij in op het wezen van vrijheid: “Vrijheid vraagt erom te worden verinnerlijkt, het veronderstelt een ankerpunt in jezelf”, pagina 214.
De auteur heeft ervoor gekozen om in ieder hoofdstuk over iemand uit het gezin of de familie te vertellen. Dat maakt dat het boek in z’n totaliteit wat verbrokkeld overkomt met enige herhaling van gebeurtenissen als gevolg. De stijl is wat houterig; de feiten worden nogal beschrijvend weergegeven zonder veel stilistische of menselijke diepgang.
Artikel door: Evert van der Veen