Lubbert Kruutmoes
Er was eens een arme man. Hij woonde in Kloosterhaar, een klein dorpje vlak bij de grens. U bent er vast wel eens geweest. Lubbert Kruutmoes, want zo heette hij, was een kleermaker die in een droom de opdracht had gekregen om naar de grote stad te gaan om daar, onder de brug bij het paleis van de koning, een schat te zoeken. Hij zou daar bovendien het antwoord vinden op alle vragen die het leven je kan stellen.
Hij kwam bij de brug en zag dat die dag en nacht bewaakt werd door soldaten. Hij durfde niet te gaan graven. Maar hij ging elke dag naar de brug en bleef daar staan wachten tot hij eindelijk zou kunnen gaan graven. De kapitein van de soldaten had ‘m daar al een paar dagen zien staan en vroeg hem wat hij kwam doen. De kleine kleermaker vertelde hem zijn droom.
Het hoofd van de wacht barstte in lachen uit: ‘Je bent dus dat hele eind komen lopen vanwege een droom? Tja, dat is het lot van iemand die in dromen gelooft. Als ik in dromen had geloofd, had ook ik een verre reis moeten maken.’
En de kapitein verteld dat hij in een droom de opdracht had gekregen om naar het oosten van het land te gaan, langs de grens te lopen en te zoeken naar het huis van een van de boer’n van buut’n, ene Lubbert Kruutmoes. Daar zou een schat verborgen liggen onder de kachel. ‘Nou ik zag mezelf al langs de grens lopen. Daar in het oosten heten alle boer’n van buut’n natuurlijk Lubbert. En ze eten allemaal Kruutmoes.
De kapitein begon te lachten. En Lubbert: hij had een antwoord op al zijn vragen gekregen. Lubbert wist dat hij voor het geluk niet naar de grote stad hoefde en dat de grootste schat waarnaar je op zoek bent wel eens verborgen zou kunnen liggen onder je eigen kachel.
Het overkwam mezelf deze week een paar keer. Als iemand aan me vroeg of ik nog plannen had voor de periode tussen Kerst en Oud en nieuw hoorde ik het mezelf zeggen. ’Tja, wat zou je nog kunnen doen in deze tijd van het jaar. Je kunt geen kant op. Er is geen restaurant open voor een kopje koffie. En als je gaat wandelen en je moet een sanitaire stop maken: er zal geen toilet te vinden zijn. Behalve achter die ene boom dan.
En toen kwam dat ene zinnetje uit m’n mond wat ik de afgelopen weken duizenden keren heb gehoord: Alles is nu eenmaal gecanceld. Ja, alles is gecanceld. Je kunt niet voor een biertje naar de kroeg. Er komt een moment dat je de deur van je eigen toilet moet openen met een QR-code. Ik heb deze week de eerste zeven QR-codes aangemaakt. Zou Petrus aan de hemelpoort ook al een QR-code-scanner hebben? Zo van vergeten? Dan kom je er niet in.
Alles is nu eenmaal gecanceld. Met dat zinnetje is het levensgevoel van veel mensen samen te vatten zo aan het eind van het jaar. Alles is nu eenmaal gecanceld. Alles is afgelast. Alles is geannuleerd. En terwijl ik zat te wachten op inspiratie voor deze overweging kom ik een citaat tegen uit een van de best verkochte boeken van het jaar. Het is een citaat uit ‘De jongen, de mol, de vos en het paard’ van Charlie Mackesy. De jongen klaagt tegen de mol over het leven met diezelfde woorden. Alles is afgelast. zegt de jongen. En de mol antwoord hem: ‘Nee hoor, geluk is niet afgelast, liefde is niet geannuleerd’.
De belangrijkste les uit het verhaal van Lubbert Kruutmoes. Je hoeft voor je geluk niet naar de andere kant van het land of zelfs de andere kant van de wereld. Het Paradijs, de schat, Elysium, de Elysusche velden zijn niet daar, ze zijn hier. Dat is wat de Engelen kwamen vertellen aan de herders. U kent dot liedje misschien nog wel. Guus, kom naar huus, want de koeien staan op springen, de varkens mutten vreet’n en het hooi moet van het land. Guus Uuttenwaard dat dat hij het grote geluk zou kunnen vinden bij de wilde wiev’n in grote stad.
En laat hetere kant van het land nog ook omgekeerd zo weez’ n. Alle mensen uit de grote stad zijn op zoek naar boerderijen in Dwarsgracht, Vreemdhuizen en Grootgraansloot omdat ze denken dat daar het geluk te vinden is. Daar waar ik niet ben, daar is het geluk, zegt een Duits gezegde. Her mooie van het het kerstverhaal is dat de herders niet op zoek hoefden naar de engelen, maar dat de engelen naar de herders toekwamen met die ene Mantra: Wees niet bang, wees niet bang. Wees niet langer bang.
Het geboorte-verhaal van dat kwetsbare mensenkind is het begin van een volledige omkering, een herschikking van alles op deze aarde. En laten we wel wezen. De aarde kan die herschikking wel gebruiken. Er zijn drie van die stadse types…een zekere Caspar, eentje die Melchior genoemd werd en er was er ook nog een die Balthasar heette. Het verhaal wordt nog wel eens heel geromantiseerd verteld. Drie koningen, drie wijzen die op zoek gaan naar de koning der joden om hem mirre, wierook ende goud te brengen. Een soort staatsbezoek dus. Maar in plaats van een koning in een paleis vinden ze een kindje in een stal in een herberg. En niks geen harem vol vrouwen en slaven. Het kind was omringd door het tuig van de richel. Wij hebben hier ook zo’n kerststal staan, met een os en een ezel, van het meisje Maria, van de herders, het schorriemorrie van die tijd.
Het horen van het verhaal van de herders roepen beelden bij ons wakker van het diepe, blijvende verlangen naar hulp en genezing. De herders brengen ons in contact met een diep verlangen, dat in ieder van ons verborgen is. De herders zijn een bron van inspiratie. Ze getuigen van gewond geloof dat niet heeft gezien’ maar dat ons voortduren doet verwonderen over wat is. De herders zijn de eerste getuigen van die ommekeer, die herschikking van alles op deze aarde. Dat verhaal – waarbij de Eeuwige zelf in de kribbe van Betlehem komt – is geen idyllisch familie-onderonsje.
Het verhaal wil ons als mensen samenbrengen rondom de weerloosheid van dit mensenkind, rondom de weerloosheid van alle mensenkinderen. Kleinschaligheid, verborgenheid, onaanzienlijkheid van de wereld: we ontmoeten dat alles in de weerloosheid van het Kind. De Eeuwige zelf wil onder ons zijn in die weerloosheid. En dat niet alleen omdat wij het zo ontroerend vinden, maar om alle menselijke grootheidswaan te onttronen. En de aarde heeft dat verhaal – juist in een tijd van crisis met haar te ver doorgevoerde individualisering – zo ongelooflijk hard nodig. De boodschap die in het verhaal verscholen gaat, is dat het ons in tijden van polarisatie, weer bij elkaar kan brengen.
Kerst is het feest van de ommekeer, van het respect voor het weerloze. Het feest dat alles op zo’n kop zet. Dat alle heilige huisjes omver schopt. Ik las deze week een prachtige tekst op een van de Loesje-posters. Laten we het eens omdraaien. Zullen we de armoede bestrijden met belastinggeld en dan vragen we via de media een schenking voor Defensie. En het is het feest van de waakzaamheid.
Wees waakzaam want voor je het beseft heeft de consumptiewereld met je diepste dromen een loopje genomen en je verlangen naar geluk netjes ingepakt in koopgedrag.
Wees waakzaam want voor je het beseft zijn je vragen verstomd, en zie je niet meer hoe het onrecht wordt goedgepraat, en ben je aangepast aan wat ‘de gewone gang van zaken’ heet.
Wees waakzaam want voor je het beseft praat je mee met wat ze allemaal zeggen: dat het elk voor zich is in het leven, en dat jij toch ook maar één keer leeft. Wees waakzaam want voor je het beseft leef jij ook ten koste van anderen, ook al heb je de mond vol van kiezen voor de zwaksten.
Kijk naar het kind in de kribbe: zie je hem ook in jezelf? Die vraag stelt Kerstmis ons.
Kijk naar het kind in de kribbe: maak zijn ogen tot jouw ogen,
opdat je naar mensen leert kijken zoals hij deed.
maak zijn oren tot jouw oren, opdat je kunt luisteren naar mensen zoals hij deed.
maak zijn mond tot jouw mond, opdat je, juist als hij, woorden van vrede kunt spreken.
maak zijn handen tot jouw handen, opdat je, juist als hij, een helpende hand kunt toesteken
aan allen die in het donker zitten.
dan is hij ook in jou en door jou een licht in de duisternis.
God van licht, zichtbaar geworden in het kind van Betlehem.
En Lubbert Kruutmoes? Hoe zou het met hem gegaan zijn ondertussen? Hij leeft als schrijver en therapeut in Kloosterhaar. Met zijn Drieka en zijn drie kids. Ik zou u de weg wel kunnen wijzen naar dat Drentse dorpje Kloosterhaar. Het ligt vlak bij de Duitse grens. Hij heeft onder een pseudoniem tientallen boeken geschreven over de schat die hij vond.
Vraag niet meer: “bestaat er een ziel?”, maar vraag je af wat er “ziel” aan jezelf is en hoe je je daarvan bewust kunt worden.’
‘Vraag niet meer naar de “waarde van het leven”, maar naar de waarde die jij aan je leven kunt geven.
Vraag niet meer naar de “zin van het bestaan”, maar vraag je af hoe je bestaan door jouzelf zin zou kunnen krijgen.
Vraag niet meer: “wat is de mens?”, maar stel je voortaan de vraag, of je zelf bent wat je kunt zijn.
En nog een keer de jongen in gesprek met de mol. ‘Wie ben ik? Je bent liefde. antwoord de mol. En waarom ben ik hier? Om lief te hebben en geliefd te worden. De grootste geesten van de aarde. Nelson Mandela, Eckhart Tolle, Byron Katie, Paulo Coelho en vele, vele anderen hebben hetzelfde meegemaakt als Lubbert Kruutmoes. Volgens mij zijn ze allemaal nog nooit in Kloosterhaar geweest. Maar ze hebben allemaal dezelfde boodschap gehoord en doorgegeven.