Maar de liefde blijft – Uit dagblad Tubantia
Net 30 was ze toen haar moeder overleed. 71 jaar oud, op eerste kerstdag. Lory Wagenaar verdronk bijna in haar emoties. Maar kwam boven. En nu wil ze anderen helpen in hun verdriet. Met een boek en een website. „Alles is bespreekbaar tegenwoordig, behalve rouw.”
Haar moeder was haar allerliefste vriendin. Haar verlies kwam hard aan. Verschrikkelijke huilbuien. Een worsteling om overeind te blijven. Ze ging nadenken. Over de zin van het bestaan. Nuchter als ze is. Twee keer twee is vier en zo. Doodmoe werd ze er van. „Anderen waren vrolijk en gezellig op de verjaardagsfeestjes, ik aanschouwde slechts”, zegt ze. „Het leven ging aan mij voorbij. En dat was wel het laatste dat zij had gewild.”
Veel huilen is niet raar
Om wat meer houvast te krijgen begon ze ‘alles wat los en vast zat’ over rouwverwerking te lezen. Ze ontmoette andere mensen die ook een verlies te verwerken hadden. En ontdekte zo dat ze, met die huilbuien, helemaal niet zo vreemd en raar was. „Geleidelijk aan ontdekte ik dat als ik minder krampachtig aan mijn moeder vasthield, het net was of ze weer een beetje terugkwam.”
Wat haar ook hielp: een dagboek bijhouden. „En ander gaat spitten of in de aarde wroeten. Ik schreef mijn gedachten op”, zegt ze. „Om ze te ordenen. Ik hoefde niet meer te racen in het hoofd. Kreeg er weer structuur in.”
Geleidelijk aan ontdekte ik dat als ik minder krampachtig aan mijn moeder vasthield het net was of ze weer een beetje terugkwam
Er valt nog veel uit te leggen
Het dagboek vormde de basis voor haar eerste boek dat in 2018 verscheen: Voor wie verloren heeft en zoekt. Donderdag werd haar tweede gepresenteerd in boekhandel Broekhuis. Maar de liefde blijft heet het. Omdat er volgens haar nog steeds veel valt uit te leggen over rouwverwerking. Dat er verschillende soorten zijn, bijvoorbeeld. Lory Wagenaar: „Jij verliest jouw moeder. Maar iemand anders zijn zus of vriendin. Een ander persoon. Dat kan de communicatie moeilijker maken.”
En iemand in gevoelens van eenzaamheid storten. In voorbereiding op haar boek deed ze een enquête. Van de ruim 500 ondervraagden voelden zich drie op de vier regelmatig alleen in hun verdriet. Ze hadden toch graag wat meer steun ervaren van familie en vrienden. Met name na zo’n drie, vier maanden. „Dan pakken anderen hun werk weer op”, zegt Lory Wagenaar. „Of gaan aan de studie. En jij durft niet te vragen om wat aandacht. Want je wilt de ander niet aan het huilen brengen.”
Tactloos zonder kwade bedoelingen
Het kan leiden tot soms vervelende confrontaties. Zoals ze ook zelf ervaarde. „Ik kwam na de kerstvakantie weer op mijn werk. Hoe of mijn vakantie was, vroeg een collega. Ik antwoordde: ‘Niet zo goed. Mijn moeder is overleden.’ Toen zei hij: ‘Wacht maar tot de tweede overlijdt’.”
Ze kon niet eens boos op hem worden. Dat zit niet in haar. „Het was een aardige peer. Die opmerking was tactloos. Maar niet kwaad bedoeld. Meer een uiting van niet weten omgaan met het verdriet van een ander. Het is handig als je daar een beetje op voorbereid bent.”
Gedichten van Maaike Kuiper
Ach, het is ook niet makkelijk om te gaan met het verdriet. Dat van jezelf en dat van anderen. Daar is geen handleiding voor. Het is ook gevoel. Daarom heeft Lory Wagenaar in haar boek ook enkele gedichten opgenomen. Van Stef Bos, Freek de Jonge, William Wordsworth en, bekend van de film Four Weddings and a funeral, W.H. Audens diep ontroerende Stop all the clocks.
Maar, misschien wel het meest bijzondere: ook twee gedichten van Maaike Kuiper, de jonge Hengelose die op 6 januari 1997 op gruwelijke wijze werd vermoord. Lory Wagenaar, docent Engels aan lyceum De Grundel, heeft haar nog in de klas gehad. „Als docent lever je je leerlingen af voor het geluk”, zegt ze. „Als een oud-leerling dan zoiets overkomt of geconfronteerd wordt met een groot verlies, dan voelt dat zo fout.”
Ook voor de pubers
Lory Wagenaar hoopt daarom dat ook haar (oud-)leerlingen iets aan het boek hebben. Want die beleven verdriet weer heel anders dan oudere mensen, weet ze. „Een puber heeft het al moeilijk genoeg met zichzelf en de wereld om hem of haar heen. En wil vooral niet anders zijn dan anderen.”
Ze is voldoende docent om anderen iets mee te willen geven. Ze een beetje houvast te bieden. Daarom zit haar boek vol nuttige tips en suggesties. Ze is ook een website begonnen: rouwverwerkingonline.nl. „Wat ik hoop is, dat mensen het boek zien als een goede vriend of vriendin”, zegt ze. „Waarin ze zich kunnen herkennen en het ervaren als een warme deken.”
Wat overblijft is de spijt
Wat ze zelf heeft geleerd van het omgaan met het verlies van haar moeder? „Ik wist niet wat het betekende om groot verlies te hebben. Nu ik het weet reageer ik daar anders op. Oordeel niet meer over anderen. Worstel maar met het verdriet. Dat mag. Het verlies van mijn moeder was al lang geleden. Daar heb ik mee leren omgaan. Maar ik vind het nog steeds jammer dat ze nooit mijn man en mijn zoon heeft leren kennen.”
Vijf tips van Lory Wagenaar voor hulp bij een groot verlies
1. Voor jezelf: doe alles op je eigen tempo en je eigen manier. Luisteren naar anderen is goed, maar maak je eigen keuzes.
2. Voor anderen: geef aandacht. Vraag hoe het is. Daar is soms moed voor nodig. Maar vaak is niet meer dan een seconde nodig om tot een goed gesprek te komen.
3. Voor anderen: biedt hulp, maar wees concreet. Wanneer kan ik je kind van school halen? Zeg niet: Bel me maar als ik een keer moet helpen. Want dat telefoontje komt nooit.
4. Voor jezelf: Neem de symptomen van rouw, zoals grote vermoeidheid of veel eten en drinken, altijd serieus. Bij ernstige lichamelijk klachten, ga dan naar je huisarts.
5. Voor jezelf: bedenk dat ongelukkige opmerkingen van een ander niets over jou zegt, maar veel over de ander.
Door : Michel Hasselerharm