Recensie: Een hemel voor Theo

 

Schrijversdebuut van een man die al dertig jaar als kunstschilder actief is. De 77-jarige Theo sterft en belandt in de hemel. Hij wordt met open armen ontvangen door Petrus, die hem onder de hoede brengt van de engel Zwieperd. Tijdens zijn verblijf in de quarantainebar om aan de hemel te wennen, weet Theo verbinding te leggen naar de Aarde. Ondanks deze misstap mag Theo op audiëntie bij God zelf. Die doet hem een voorstel waar Theo na enige aarzeling op ingaat. Theo en Zwieperd gaan als engelen op aarde aan de slag om zogenoemde halve zolen (halve zielen) te upgraden, om de menselijke beschaving te redden van de ondergang. De auteur (1970) schetst met veel gevoel voor ironie een actueel wereldbeeld van materialisme en machtsmisbruik in een evenwichtige afwisseling tussen beschrijvingen en scherpe dialogen. Hemel en God zijn vormen van beeldspraak die los staan van religie. De geringe omvang van de novelle staat in schril contrast met het filosofische bereik: het vraagstuk van de vrije wil. Berns maakt deze kwestie op indringende en humoristische wijze toegankelijk voor een breed publiek.

Recensent: C. la Roi

(Visited 30 times, 1 visits today)