Franz Kafka
De wereldberoemde schrijver Franz Kafka was op een dag aan het wandelen door een park in het wonderschone Berlijn. Hij was zelf niet getrouwd, had ook geen kinderen, maar hij had wel eens speciale gevoeligheid voor de leefwereld van mensen, van volwassenen, maar vooral ook van kinderen. Hij liep in dat park en zag op een bankje een meisje zitten dat aan het huilen was. Hij liep naar haar toe en vroeg naar de oorzaak van haar verdriet.
Het meisje vertelde hem dat ze haar pop was verloren. U weet wel. We hebben allemaal wel zo’n knuffel gehad waar je ongelooflijk aan gehecht was. Een drama als je dat niet weer kunt vinden. Voor het meisje was het deze pop, die haar grootste levensgezel was. Het hoeft niet altijd een mens te zijn. Ik ken van dichtbij ook iemand die zo’n contact heeft met zijn hondje. Maar het kan van alles zijn. Laten we het daar even op houden. Kafka bood het meisje aan te helpen zoeken. En zo hebben ze vele uren doorgebracht. Veel van de struiken en de bomen in het park werden door het meiske en de schrijver onderzocht. Tevergeefs.
Kafka nodigde het meiske uit om de volgende dag weer naar het park te komen om verder te zoeken naar de pop. En zo begonnen de schrijver en de jonge vrouw een bijzondere band te ontwikkelen. Deze band zou bepalend worden voor het leven van beide mensen. Nog een dag later nam Franz een brief voor Anna mee, want zo heette ze. De brief was geschreven door de pop. Ja, die pop die verdwenen was. De pop vroeg in de brief aan Anna om niet meer te huilen. Ze was niet zomaar verdwenen. Ze was op wereldreis gegaan. En ze beloofde Anna te vertellen van haar avonturen.
En zo begon er een verhaal dat letterlijk geduurd heeft tot het eind van zijn leven. Gedurende hun ontmoetingen, eerst in het park en later bij hem thuis, las Franz de brieven voor waarin de pop over haar avonturen vertelde. Hoe ze verschillende landen en steden bezocht en daar hele boeiende wezens ontmoette. Anna zat aan zijn lippen gekluisterd. En op een dag gebeurde er iets heel bijzonders. Franz had voor Anna een pop meegenomen, die terug was gekeerd van haar wereldreis en graag weer in Berlijn wilde wonen. Wat het meisje niet wist, maar u en ik natuurlijk allang door hebben, is dat Kafka die pop zelf had gekocht, maar dat is een geheim en dat gaat we natuurlijk niet aan iedereen vertellen, toch?
Anna reageerde aanvankelijk heel erg teleurgesteld. ‘Maar deze pop lijkt helemaal niet op die van mij’. De schrijver had dit natuurlijk allang voorspeld. En hij overhandigde haar een brief waarin de pop beschreef hoe al haar reizen, ontmoetingen en avonturen haar veranderd hadden. Het meisje hield op om te huilen, ze gaf de nieuwe pop een knuffel en nam de pop mee naar huis. Ze was er gelukkiger mee dan ooit te voren.
Nog geen jaar later is Franz Kafka gestorven. U kunt zich voorstellen hoe de jonge vrouw de ontmoetingen met hem moet hebben gemist. Vele jaren later, toen de vrouw volwassen was geworden, bekeek ze de pop die Kafka haar had gegeven nog eens goed en ze vond in een plooi van het jurkje een brief die afkomstig was van Franz zelf. En daar stond een zin in die ze de rest van haar leven zou koesteren. ‘Alles waar je van houdt, zal ooit verloren gaan, maar als het erop aan komt, zal de Liefde op een onverwachte manier weer in je leven terug keren.’
Er zit voor mijn gevoel een prachtige intentie in dit verhaal. Kafka laat ons zien hoe veel pijn er ontstaat als we vast blijven houden aan de beelden die we zelf gecreëerd hebben over wat ons dierbaar is. Eigenlijk gaat het over alle beelden die we creëren van alles in dit leven. Het verhaal van het begin van de geschiedenis van het joodse volk, waarbij de mensen poppen maakten om ze vervolgens te vereren. is er zo’n voorbeeld van.
In de Decaloog, de Tien Woorden, wordt het voor het eerst hardop gezegd. ‘Maak u geen (gesneden) beelden van iets dat zich op aarde bevindt.’ Maar er zit een heldere boodschap in het verhaal van de Uittocht uit het land van de Benauwdheid. Hou je nou niet vast aan de beelden die je van mensen en dingen of zelfs van God, maakt, want alles is aan verandering onderhevig.
Nou heeft de pop in het verhaal van Anna en Franz een heel andere gevoelswaarde. Dat zie ik ook wel. Maar waar het omgaat is de uitnodiging in dit verhaal om te leren los te laten, om veranderingen in ons leven te leren omarmen. Veranderingen zijn noodzakelijk om te kunnen groeien. En om er ontvankelijk voor te worden hoe de liefde van en voor het Levende Leven weer in ons bestaan kan terugkeren. Dat geldt ook voor de liefde van de Eeuwige.
Maar Kafka laat ons nog iets zien. We hebben elkaar daarin nodig. Om aan haar verdriet voorbij te komen had het meisje de schrijver nodig die haar andere werelden toont. Wij kunnen elkaar daarin volop van betekenis zijn. We kunnen elkaar helpen in dat creatieve proces. We kunnen elkaar helpen om aan pijn en verdriet voorbij te komen en weer in verbinding te komen met onszelf, met onze medeschepselen, met ons lijf, met onze omgeving, ja zelfs met God. Maar de liefde van de Eeuwige komt nooit als een duveltje uit een doosje op ons levenspad. We zullen die verbinding – in relatie met elkaar – telkens opnieuw mogen creëren.
De boodschap van de man van Nazareth is eigenlijk zo ongelooflijk eenvoudig. Hetzelfde mag je zeggen over religie in het algemeen. De kunst is het goddelijke te zien in alle mensen. Je mag het ook anders zeggen. Om alle mensen te zien als een kind van de Eeuwige. Maar dan wel alle mensen. Ik bedoel: alle schepselen. Niet alleen in de mensen in de kerk, maar ook in de zwerver die buiten in de kou staat. Niet alleen de paarden die de gouden koets trekken, maar ook dat hondje in het asiel. Over asiel gesproken: dus niet alleen die politicus die het voor het zeggen heeft of de dominee die het zo goed weet, maar ook die asielzoeker die gestrand is op Lesbos.
Ik kwam deze week een prachtig citaat tegen van de eigentijdse mysticus Willigis Jäger. ‘God is de symfonie van het universum, wij zijn de noten. Ik ben mens geworden opdat ik als muziek moge klinken’. Om het even in mijn eigen woorden te zeggen. We staan voor de uitdaging om samen de partituur te worden van het mooiste muziekstuk dat ooit geklonken heeft.
Maar we hebben wel een probleem, als we Marinus van den Berg mogen geloven. En dat is het probleem van de overvloed. We hebben een overvloed aan alles. We hebben een overvloed aan muziek, we ze zijn van binnen niet blij. We hebben een overvloed aan televisie, maar we zien elkaar nauwelijks. We hebben een overvloed aan zenders, maar we kunnen elkaar niet ontvangen. Veel mensen hebben een overvloed aan geld, maar ze zijn armer dan ze zelf weten. We hebben een overvloed aan kennissen, we kennen niemand echt. We hebben een een overvloed aan goden, maar de God van dienstbaarheid, barmhartigheid, liefde en vrede is ons onbekend.
Deze overvloed zorgt ervoor dat we geen gebruik maken van de creatieve mogelijkheden die we hebben om van deze wereld een vreedzame wereld te maken. We zien dankzij dat gebrek aan creativiteit de goddelijkheid van onze medemensen en medeschepselen niet. En we maken onvoldoende gebruik van alle mogelijkheden die we hebben om een betekenisvolle mensengemeenschap te vormen.
Heel veel mensen zoeken naar echt contact, zegt Marinus van den Berg, naar echte ontmoeting die niet te koop is, maar die je ontvangt als je omziet naar elkaar, als je aandachtig leeft met elkaar. ‘Ik ben een ander Jij. Jij bent een ander Ik. Dat is de basis van de Maya-filosofie. In zuidelijk Afrika zeggen ze het net even op een andere manier: Ik ben, omdat wij zijn’. Ubuntu s de basis van onze opdracht tot menselijkheid tegenover onze medeschepselen. Ik vat het even in mijn eigen woorden samen: Vandaag verbind ik me, allereerst met de liefde in mezelf en van daaruit met de mensen en de wereld om me heen. Ik leef vanuit verbondenheid en gelijkwaardigheid, om zo met mijn medemens samen aan een vredelievende wereld te bouwen.
Moeilijke situaties in ons leven doen ons verkrampen, doen ons graaien en grijpen naar houvast. Dat is goed voorstelbaar. Wij mensen zijn kwetsbare wezens. En we hoeven elkaar daar ook niet om af te wijzen. Het is menselijk. De confrontatie de situatie waarin de wereld zich bevindt stelt ons voor de uitdaging om het hoofd koel en het hart warm te houden. In de ruimte die zich ontvouwt als we hand, arm, hart en deur open houden, kunnen we ervaren wat er nodig is aan compassie, zorgzaamheid, barmhartigheid en solidariteit. Het vergt meesterschap om in donkere tijden ons licht te laten schijnen.
In het gedicht ‘Tijd en eeuwigheid’ bezingt Margreet Spoelstra hoe we deel kunnen worden aan de symfonie van het universum, die Willigis Jäger God noemt.
Wij weten van oorlog, van vluchten en dood,
wij weten van armoede, ziekte en zorgen
Wij weten van hoger, van onrecht en nood,
wij weten van machteloos wachten op morgen.
Wij zingen van vrijheid, van warmte en troost,
wij bidden en zingen de wanhoop te boven.
Wij zingen van liefde, van delen en brood,
wij zingen veel verder dan wij kunnen geloven.
Wij zingen ons hier weer op adem voor buiten,
wij vragen om kracht om de weg weer te gaan,
om te zien en om nooit onze ogen te sluiten
voor wie er in kou en in tegenwind staan.
Wij zingen van vrijheid, van warmte en troost.
Help ons te bevrijden, te strijden, te zorgen.
Wij zingen van opstaan, van groeikracht en oogst.
Wijs Jij ons de weg naar de wereld van morgen.
Wij weten de wereld, wij weten de tijd,
wij zingen de toekomst, de eeuwigheid.