Ooit en Ergens
Twee zeer intelligente mensen hebben Ooit en Ergens – dat wil zeggen rond hun 15e levensjaar – deelgenomen aan een psychologisch experiment. Ze hadden destijds geen idee waar ze aan deelnamen. De leraar die het experiment uitvoerde bleek niet zulke zuivere bedoelingen te hebben. Het leek zo mooi. Hij liet beide jongens elkaars dromen vertellen. Dus: de jongens vertelden elkaar over hun diepste drijfveren. En stelden zich daarin kwetsbaar op.
Maar daarna begon de leraar beide jongens te kleineren. Bij de eerste: ‘hoe gek kun je wel niet zijn als je schaakgrootmeester wilt worden? Dat gaat je nooit lukken. Daar heb jij de intelligentie niet voor’. En bij de ander: ‘Jij wilt later piloot worden. Hoe haal je het in je harsens? Denk je dat je daar geschikt voor bent. Dan moet je wel heel erg stom zijn.’
De leraar haalde daarbij de smerigste streek uit die je kon bedenken. De jongens waardeerden elkaar en elkaars dromen zeer. Maar de leraar liet John zeggen dat Paul een ongelooflijke onbenul was en liet Paul zeggen dat John de capaciteiten had van een verrotte appel in oorlogstijd.
Het experiment was technisch zeer geslaagd. De leraar had aangetoond dat je ’s mensen wezenlijke dromen om zeep kunt helpen door ze te kleineren. Johns carrière eindigde ergens in baantje in een dorpje in Verweggistan, waar hij zelf niet blij van werd. Het is een zure, chagrijnige man geworden, die zichzelf voor heeft genomen om ooit wraak te nemen op Paul. En Paul? Dat werd een ander verhaal, die heeft zich niet uit het veld laten slaan. Hij begon door te krijgen welk spel er gespeeld was. Hij ontmaskerde de leraar en is nu niet alleen schaakgrootmeester, maar ook een van de belangrijkste spirituele auteurs van het westelijk halfrond.
John zat gevangen in het land van Ooit en Ergens. ‘Ooit zal mijn tijd komen. Ooit zal ik wraak nemen op de man die dat allemaal op zijn geweten heeft’. En zo veranderde Johns leven zo langzamerhand in een drama. Hoe ziet dat land van Ooit en Ergens eruit? ‘Ooit komt mijn tijd en ergens neem ik hem te grazen. En dan laat ik het hem wel eens zien wat ik allemaal kan.
En Paul? Hij heeft de grap van de leraar doorgehad. Hij heeft er de energie van gekregen om een van de beste schakers ter wereld te worden. En hij coacht nu mensen in het volgen van hun dromen.
Als ik één ding geleerd heb van mijn Nabij-de-dood-ervaring is dat alle mogelijkheden die het bestaan te bieden heeft, in onszelf besloten liggen. Het is één van de gruwelijkste fouten die er in de wereld van de religie gemaakt wordt als men probeert ’s mensen zelfrespect af te nemen.
Want zoals Carl Gustav Jung dat zo mooi beschrijft in Het Rode Boek is dat de grootste uitdaging in het leven bestaat in het vinden wie je bent en… het ontdekken van je meest wezenlijke dromen. En de tweede uitdaging is om er vervolgens heel blij mee te zijn wat je gevonden hebt en dat te delen met anderen. Zo kan jouw leven een droom, een kunstwerk worden. Laat Albert Einstein nou ook woorden van gelijke strekking gesproken hebben .
Tijd is zowel ‘s mensen beste vriend, alsook ‘s mensen slechtste raadgever. De westerse opvatting over tijd kan ons in de illusie doen leven dat de menselijke bestemming buiten mens en wereld ligt. We blijven vertellen over het Land van Ooit en de wereld van Ergens: ‘Ooit zal het goed komen… en Ergens is het beter…’
Want hoe zien onze goede voornemens er vaak uit? ‘Ooit stop ik met dit werk, ooit ga ik doen wat ik leuk vind, ooit ga ik stoppen met roken, ooit ga ik werken aan mijn gezondheid, ooit ga ik me verdiepen in mijzelf, ooit ga ik op vakantie naar mijn familie in Canada, ooit ga ik mediteren…’ Ik las deze week een prachtige post hier op Facebook. In één zin: Ooit…is een ziekte die tot gevolg heeft dat je je dromen met je meeneemt in het graf.
Het was ook de kritiek van een van de grootste sociale denkers van de 19 eeuw. De toenmalige kerken zeiden tegen de arbeiders: Jullie hoeven nu niet te protesteren. Ooit – aan de andere kant van de grote streep, in de hemel – wordt het beter. Karl Marx is beroemd geworden met deze kritiek op de religie, die hij opium van het volk noemde
In het evangelie van Matteüs (7,21,24-27) vertelt Jezus over een verstandig mens die zijn huis bouwde op een rots. Die rots is niet van beton, die rots gaat over spiritueel inzicht. ‘Toen het begon te regenen en de bergstromen zwollen, en er stormen opstaken en het huis van alle kanten belaagd werd, stortte het niet in, want het was gefundeerd op de rots van bewustwording.’ Maar voor wie niet bewust wordt: je huis zal instorten als je je huis bouwt op drijfzand. Er blijft alleen maar een ruïne over. En wie deze woorden van mij hoort en er niet naar handelt, kan vergeleken worden met een onnadenkend man, die zijn huis bouwde op zand. Toen het begon te regenen en de bergstromen zwollen, en er stormen opstaken en er van alle kanten op het huis werd ingebeukt, stortte het in, en er bleef alleen een ruïne over.’
Het is een kwestie van kijken. Ik kom of facebook een verhaal tegen van een onbekende auteur. Het gaat over een jong stel is net verhuisd naar een nieuwe buurt. De volgende ochtend, terwijl ze aan het ontbijt zitten, ziet de jonge vrouw haar buurvrouw de was buiten ophangen en zegt: “Die was is niet erg schoon, ze weet niet eens hoe ze moet wassen. Misschien moet ze een beter wasmiddel gebruiken.” Haar vriendin zwijgt. Een maand later, is de vrouw verrast als ze een mooie schone was aan de lijn ziet hangen en zegt tegen haar vriendin: “Kijk, ze heeft eindelijk geleerd hoe ze moet wassen. Ik vraag me af wie haar dit heeft verteld?” Haar vriendin antwoordt: “Ik ben vroeg opgestaan vanmorgen en heb onze ramen gezeemd.”
En zo is het ook met het leven. Wat we zien bij anderen is afhankelijk van de helderheid van het raam waardoor we kijken. Als we de ramen openhouden voor onze wensen, verlangens en dromen, kunnen we alle perspectieven zien, die het leven ons te bieden heeft. Maar als alleen maar bezig zijn met het oordelen over anderen en als we ons leven afhankelijk maken van de vraag of de ander wel weet hoe hij of zij het leven moet inrichten, komen we zelf geen stap verder. Zelfs niet als we erachter komen dat we – ooit – zelf de ramen van ons huis moeten wassen. Het beoordelen van de ander bepaalt niet wie hij is. Het bepaalt wie jij bent.”
De komiek Tommy Cooper maakte Ooit en Ergens een magistrale grap over zijn eigen bekrompen manier van kijken. Hij kocht in dat land van Ooit en Ergens een schilderij en een viool waarvan hij dacht dat het een Rembrandt en een Stradivarius waren. Helaas kwam hij erachter dat Rembrandt slechte violen bouwde en Stradivarius een waardeloos schilder was. Hij was gefopt door zijn eigen gretigheid.
Het verhaal van Mattheus laat ons een zinvolle manier van kijken zien. Niet in het land van Ooit, niet in de wereld van Ergens. Maar Hier en Nu, in verbinding met de mensen om ons heen. Als we dan toch een huis willen bouwen en we kijken door het raam naar buiten, laten we dan kijken met vanuit de volheid van Bewustzijn. Met open ogen, om onszelf en onze medemensen te zien zoals we zijn, met oren die in staat zijn om te horen, met handen die uit kunnen reiken naar mensen in nood, om een licht in het duister te kunnen zijn. Dat is de spirituele omdraaiing die we in deze verduisterde wereld zo hard nodig hebben.